Blote voeten op de koele bosgrond. De aarde is zacht en nog een beetje vochtig van de heftige regenbuien van gisteren. Het is nodig, die blote voeten op de aarde. Voelen hoe de onderkant van mijn voet de aarde raakt. De zachte bruine naaldjes van de bomen langs het smalle bospaadje. De natte grond, zwart en drassig. Een boomwortel. Auw, dat was een steentje.
In mijn hoofd is het druk. Het herhaalt een gesprek van gisteren. Schrapt, redigeert, herschrijft, plant vooruit en blikt terug. Er wordt gezocht, de wroet, gewikt en gewogen. Ik voel de drukte, ervaar de zorgen, de liefde, zie de angst. Ze zijn een grote poging tot afleiding, die blote voeten. Er is meer lucht nodig. Adem, tot diep in mijn bekken. Een luide binnensmondse Arghh. Veel sneller dan verwacht staan we allemaal, voeten, babbelend hoofd, ademhaling en ik, op een vijf sprong. En dan vallen we heel even stil. Welke kant moeten we op? Pad 1 valt af. Dat is een lange route. Pad 2 schuin naar rechts zou kunnen. Maar dan moet ik wel flink doorstappen om op tijd terug te zijn. Pad 4 is dan wel weer heel erg kort. Dat voelt onbevredigend. Ik kom uit pad 5, dus eigenlijk blijft alleen nummer 3 over. Schuin naar links. Ik ken het niet. Als enige van de vijf paden is deze onbekend en weet ik niet precies waar het uitkomt.
Tsja.. ‘Niet-weten’ is een thema deze dagen. Dus met een paar passen sta ik op de zachte groene middenberm van deze poot van de 5 sprong. Het zachte gras wrijft zachtjes de modder en dennennaalden van mijn voeten. Opeens valt me op hoe mooi dit paadje is. Onderin een gloeiende heide veldje met af en toe een frisse groene struik. Tot dusver had ik weinig oog voor het bos. Er was alleen maar aandacht voor de grond voor mijn voeten en het gebabbel in mijn hoofd.
De zon schijnt vol in mijn gezicht terwijl er een melodie tussen mijn oren omhoog borrelt. Een paar meter voor me suist een grote donkere vlek geruisloos over het pad. Hallo grote vriend! De buizerd cirkelt vlak bij tussen de bomen. Hi! Ik zie je. Fijn dat je er bent. Even landt hij boven in een boom om meteen weer met een schelle kreet op te stijgen.
De boodschap is helder. In mijn hoofd is de vrede terug gekeerd. en met een grote glimlach op mijn gezicht zie ik hoe de buizerd gezelschap krijgt. Samen vliegen de twee imposante roofvogels hoger en hoger totdat ze slechts nauwelijks zichtbare lijnen tussen de wolken zijn. Mijn voeten huppelen over het zachte pad: “Ik dans, ik dans, ik huppel en ik spring. Ik draai een pirouette en ik zing. Ik dans alleen of in een lange rij. Heel treurig en dan hoppa weer heel blij…”